Biologische en biodynamische wijnen zijn niet langer marginaal. Steeds meer wijndomeinen schakelen over op biologische of biodynamische wijnbouw, supermarkten bieden biowijnen aan, zelfs toprestaurants pakken ermee uit. Maar welk verschil is er nu tussen “bio” en “biodynamisch”? En hoe natuurlijk zijn die wijnen eigenlijk?
In de jaren 1960 brak de “chemische revolutie” door in de wijnbouw. Aanvankelijk werden de nieuwe efficiënte middelen ter bescherming van de wijnstok met enthousiasme onthaald. Wijnbouwers moesten minder hard labeuren in de wijngaard, en kregen de garantie dat hun oogst – hun broodwinning – niet geheel of gedeeltelijk verloren zou gaan. Men dacht niet na over wat de gevolgen konden zijn voor mens en milieu.

Maar die gevolgen werden steeds duidelijker. Niet alleen op het vlak van de gezondheid (in de eerste plaats voor de wijnbouwer zelf), ook op economisch vlak. Want het langdurig gebruik van onkruidverdelgers en chemische sproeistoffen tegen ziektes, schimmels en insecten, vernietigt het microbiologische leven in de bodem. En het is precies daar dat de wijnstokken hun voedsel moeten vinden.